Om te beginnen kunnen wij ons vinden in de stellingname van het college dat het gemeentelijk vastgoed ondersteunend is en geen doel op zich.
In dit plan kregen we een duidelijke analyse van het onroerend goederen van onze gemeente en van de financiële consequenties, ook van het noodzakelijke verduurzamen. En ook werd een link gelegd met het vorige raadsvoorstel over het integraal huisvestingsplan voor scholen. Tenslotte werd ons duidelijk uitgelegd welke keuzes het college heeft gemaakt en welke alternatieven er zijn.
Wij zijn ook akkoord gegaan met de dotatie uit de algemene reserve voor de Voorziening groot onderhoud gebouwen. We hebben jaren geleden afgesproken dat de verkoopopbrengst van gemeentelijke eigendommen (of het nu gaat om panden of om gronden) altijd terugvloeit naar de algemene reserve. Dus die zin had wat ons betreft uit dat beslispunt gekund.
In het raadsvoorstel werden de verschillende organisaties in categorieën ingedeeld op basis van verschillende criteria, uitgedrukt in verantwoordelijkheid van de gemeente. En hoewel we zeker wel begrijpen dat het voor de organisaties die ingedeeld zijn in categorie 3 teleurstellend kan zijn, staan wij achter de gemaakte keuzes. In Hoofdstraat 1 gaat zonder twijfel wat moois ontstaan. Maar er is eenvoudigweg geen plaats voor àlle organisaties die bijv. nu in het Poorthuis zitten. Het amendement om Lokaal O een plek in Hoofdstraat 1 te garanderen steunden wij dus niet. We vinden het wél belangrijk dat organisaties zoals Lokaal O, de weggeefwinkel en FrontaalKunst een goede plek gaan zoeken en vinden. De gemeente kan daar natuurlijk wel bij helpen. Wij willen dat een “inspanningsverplichting” noemen. We kijken uit naar de verdere uitwerking van het voorgestelde scenario.